Blog november 2015

Wat een rommeltje, mijn kind gebruikt zijn talen door elkaar!

Marinella Orioni is Nederlandse van Italiaanse afkomst. Ze is moeder van twee drietalige kinderen en woont nu al jarenlang in Parijs. Als schrijfster, adviseur, coach en trainer geeft ze adviezen over meertaligheid, meertalig opvoeden en interculturaliteit. 

‘Mama, we hebben vandaag veel devoirs gekregen van de maîtresse. Maar mag ik eerst een goûter?’ Als u niet tweetalig Nederlands/Frans bent, kunt u mijn dochter misschien niet helemaal volgen. Zij is hier namelijk aan het ‘code-switchen’: terwijl ze in de ene taal spreekt, gebruikt ze woorden uit de andere taal. Ze zegt dat ze veel huiswerk heeft gekregen van de juf en vraagt of ze eerst een kopje thee met iets lekkers erbij mag.


Foto: Steven Wassenaar
 

Eén van de angsten van ouders van meertalige kinderen is, dat hun kind alle talen een beetje zal kunnen spreken, maar geen van allen correct. Het feit dat meertalige kinderen hun talen soms door elkaar heen gebruiken, zien ze vervolgens als een bevestiging van deze angst. Ik wil u direct geruststellen. In de eerste plaats kunnen meertalige kinderen vanaf een jaar of twee onderscheid maken tussen hun talen en in de tweede plaats gebruiken ze hun talen niet zomaar door elkaar heen. Het mixen van de talen is dus geen teken van onbekwaamheid of luiheid zoals velen denken, maar juist een teken van bekwaamheid. Het blijkt zelfs dat juist meertaligen die hun verschillende talen goed beheersen, hun talen mixen. Zij weten precies wanneer ze hun talen wel kunnen mixen, namelijk als ze met een ander meertalig persoon spreken, en wanneer ze hun talen niet kunnen mixen, als ze met een eentalig persoon in gesprek zijn. Als u niet overtuigd bent, probeert u dan de volgende test eens uit. Laat uw kind babbelen met iemand die uitsluitend uw taal spreekt, uw moeder bijvoorbeeld. U zult zien dat uw kind maar in één taal met oma spreekt omdat hij heel goed weet dat oma de andere talen niet verstaat.


Vanaf wanneer zijn kinderen in staat hun talen te scheiden?

Kinderen die tweetalig opgroeien begrijpen al heel snel dat er voor één voorwerp meerdere woorden bestaan, want mama noemt een appel zus en papa noemt hem zo. Drietalige kinderen weten bovendien dat de juffrouw van de crèche nog een andere benaming heeft voor diezelfde appel. Kinderen die meertalig opgroeien hebben ook al snel door dat dezelfde persoon altijd hetzelfde woord voor die appel gebruikt.

Meertalige kinderen kunnen ongeveer vanaf de leeftijd van twee jaar hun talen van elkaar onderscheiden. Hiervoor is een specifieke vorm van flexibiliteit vereist die nu juist meertalige kinderen in hun hersentjes ontwikkelen. Het scheiden van de talen valt samen met het moment dat kinderen zinnetjes van meer dan één woord maken.

Natuurlijk zal het ene kind zijn talen sneller van elkaar kunnen onderscheiden dan het andere kind. Zo is het ook is met praten, kruipen, staan en lopen. Ieder kind heeft zijn eigen ritme en dat geldt zowel voor eentalige als meertalige kinderen. Zo sprak mijn oudste dochter al keurig tweewoordzinnen in drie talen toen ze nog geen twee was. Heel vanzelfsprekend vroeg ze in het Nederlands iets aan mij, zei vervolgens in het Italiaans iets tegen haar vader en speelde dan in het Frans verder met haar vriendinnetje. Dit uiteraard tot groot vermaak en verbazing van de mensen om haar heen. Onze jongste dochter daarentegen had helemaal geen haast, met niets overigens, en waagde zich rond haar tweede jaar voorzichtig aan haar eerste woordjes. In verschillende talen, dat wel.


Waarom gebruikt een meertalig persoon zijn talen door elkaar heen?

Dat een kind rond zijn tweede jaar zijn talen kan scheiden, wil nog niet zeggen dat hij zijn talen niet meer door elkaar gebruikt. Het tegendeel is waar en dat vaak tot wanhoop van de ouders. Het is zelfs zo dat meertalige kinderen en volwassenen gedurende hun hele leven hun talen door elkaar heen gebruiken. Gretig heeft de onderzoekswereld zich op dit fenomeen gestort en vele jaren en onderzoeken verder blijkt dat er, in tegenstelling tot de ogenschijnlijke wanorde die een eentalig persoon denkt te horen, sprake is van een ingewikkeld en vernuftig systeem van taalbeheersing.

Het taalmixen van kinderen wordt helaas nog vaak gewijd aan verwarring tussen de taalsystemen of onvoldoende pragmatische controle op de talen, maar zelden wordt het gezien als wat een meertalig kind juist allemaal kan. Deze negatieve connotatie ondermijnt alle vindingrijkheid van uw kind. Onderzoek toont juist aan dat een kind zijn kennis van de ene taal gebruikt om problemen in de andere taal op te lossen.

Volgens psycholinguïst en specialist meertaligheid François Grosjean, stelt een meertalige zich onbewust altijd twee vragen:

  1. Welke taal ga ik spreken?
  2. Kan ik mijn andere taal of talen inbrengen?

Het antwoord op deze twee vragen bepaalt de taalmodus waarin een meertalige ‘staat’ wanneer hij spreekt. Het fantastische van meertalig zijn is namelijk dat de taalmodus verandert al naar gelang je met een één-, twee- of drietalig persoon in gesprek bent. In de eentalige modus is één taal ingeschakeld en de andere taal uitgeschakeld omdat de gesprekspartner, bijvoorbeeld oma, die andere taal niet spreekt. In de tweetalige modus is één taal ingeschakeld en staat de andere ‘stand-by’. De gesprekspartner, bijvoorbeeld mama, spreekt dezelfde twee talen.

Door de taalmodus in acht te nemen is er een belangrijke scheiding gekomen tussen enerzijds het mixen van de talen in een eentalige modus en anderzijds het mixen van talen in de meertalige modus. In het eerste geval is er sprake van invloed van de uitgeschakelde taal op de gesprekstaal. Het kan gaan om interferentie (eenmalig gebruik van een woord uit de uitgeschakelde taal) of transfer (een blijvend gevolg van de uitgeschakelde taal op de andere taal, bijvoorbeeld een accent). In het tweede geval wordt er een woord of vorm gebruikt uit de taal die stand-by staat. We spreken dan van code-wisselen (de vorm en klank van het woord blijven behouden) of lenen (de vorm en klank van het woord worden aangepast aan de taal waarin gesproken wordt).

Deze laatste twee vormen van taalmixen komen dus alleen voor als een meertalige met een andere meertalige in gesprek is en vereisen een goede beheersing van beide talen. De voornaamste reden om dit te doen is misschien wel dat sommige dingen nu eenmaal preciezer in de ene taal dan in de andere taal gezegd kunnen worden.

Als uw kind daarentegen systematisch een zin in de ene taal begint en deze zin in de andere taal afmaakt, dan is er niet langer sprake van ingenieuze technieken maar heeft uw kind een gebrek aan woordenschat. Geen paniek, daar kunt u zelf veel aan doen. Daarover meer in een volgend blog.

 

 

Dit blog is gebaseerd op een fragment uit Hoofdstuk 8 uit het boek ‘Meertalig opvoeden. Uw kind zal u dankbaar zijn’ van Marinella Orioni, dat eerder dit jaar verscheen. Meer informatie vindt u op http://www.marinellaorioni.com/.

 

 

 

Foto Marinella Orioni: Steven Wassenaar