In mijn woorden kan ik wonen (1)
Drs. Saskia Visser is coordinator van het Alfasteunpunt en de Wetenschapswinkel Taal, Cultuur en Communicatie van de Rijksuniversiteit Groningen . Speciaal voor Meertalig.nl schreef ze deze tweedelige blogreeks.
Vaak merk je pas hoe waardevol iets voor je is, als je het dreigt te verliezen. Je werk, je relatie, je gezondheid. Het is zo vanzelfsprekend, dat je bijna vergeet hoe belangrijk het voor je is. Tot er iets misgaat…
Datzelfde geldt ook voor je taal. Gelukkig komen weinig mensen in een situatie terecht waarin ze hun taal dreigen te verliezen. Maar het kan wel. In korte tijd kwam ik twee keer in gesprek met mensen die hun taal bijna hadden verloren. Hun verhaal raakte me. Deze verhalen tonen hoe belangrijk taal is. Want je taal is een deel van wie je bent, hij toont waar je vandaan komt en bij wie je je thuis voelt. Deze verhalen tonen ook hoe veerkrachtig mensen zijn en hoe hard ze willen werken om hun taal te behouden. Hoopvolle verhalen, die laten zien dat je in je woorden kunt wonen.
“Gruun is dat een woord?”
Mijn 81-jarige vader werd dit voorjaar plotseling in het ziekenhuis opgenomen. Hij had waarschijnlijk een beroerte gehad en was even zijn taal kwijt. Of eigenlijk moet ik zeggen, zijn vermogen om te spreken, want hij begreep nog steeds alles. Ik ging een dag later bij hem op bezoek, het ging gelukkig alweer beter. Steeds meer woorden kwamen terug en er was al een aardig gesprek met hem te voeren. Hij was heel vrolijk, want hij was zo opgelucht dat hij weer contact kon maken. Het gekke was wel dat hij twee talen door elkaar sprak. Toen pas realiseerde ik me dat mijn vader eigenlijk drietalig is; hij spreekt Nederlands, Fries en Stellingwerfs (een streektaal uit het grensgebied van Drenthe en Friesland). Zijn Friese ouders hadden een winkel in Drenthe en gaven hun kinderen als eerste het Fries mee. Mem (moeder) sprak ook niets anders dan Fries. Op school leerde mijn vader Nederlands en op straat het Stellingwerfs. Die laatste taal werd in zijn puberteit belangrijker, toen hij op de middelbare school in Oost-Stellingwerf mijn moeder ontmoette. Ze trouwden en verhuisden naar streken waar geen Stellingwerfs werd gesproken. Met de kinderen spraken ze altijd Nederlands. Ze dachten dat ze daar beter aan deden. Maar met elkaar was het Stellingwerfs, het bracht hen dichterbij hun gevoel, dichterbij elkaar.
Nu terug naar het ziekenhuis. Daar lag mijn drietalige vader met zijn vrouw en kinderen op bezoek en een Friese kamergenoot. Het Fries, zijn eerste taal, was hij volledig kwijt. Hij sprak Stellingwerfs en Nederlands door elkaar tegen iedereen.
-“Gruun, is dat ook een woord?” vroeg hij me.
-“Ja hoor, pap, gruun is een woord in het Stellingwerfs. In het Nederlands is het groen.”
-“Oh ja, groen, zo zeggie dat. Er komt steeds Stellingwerfs doorhenne, hè?”
-“Dat geeft niks, dat versta ik toch ook wel.”
Het was wel hard werken voor hem, koortsachtig was hij op zoek in zijn hoofd naar woorden. Het was een dagtaak. Maar met succes, want hij herstelde spectaculair snel. Dat onderzoeken tonen dat meertaligen tot op hoge leeftijd een lenige geest bezitten, verbaast me niets. Toen ik hem de volgende avond belde, mengde hij beide talen niet meer.
-“Ik heb ze bijna allemaal weer, hoor, die woorden”, zei hij triomfantelijk. “Ik mis alleen nog een woord, volgens mij komt het uit het Frans, dat past bij die dokter. Dat woord heb ik nog niet, maar het komt wel. Wat zei je gisteren ook weer, hoeveel woorden heeft de gemiddelde mens in zijn hoofd?”
-“Je gebruikt er ca. 10.000, maar je kent er nog veel meer, zeker 50.000. En dat is alleen nog maar in het Nederlands. Het is eigenlijk gekker dat je ze normaal bijna altijd kunt vinden.”
De volgende dag weet hij het woord wat bij de dokter hoort: ‘’arrogant.” En hij spreekt ook weer Fries met zijn kamergenoot.
“Maar niet als er niet-Friezen bij zijn, dat vind ik niet netjes.”
De drie talen zijn terug. Door dit verlies is duidelijk geworden hoe het Stellingwerfs bij mijn vader hoort. Het is de taal waarin hij denkt, de taal die hem met mijn moeder verbindt. Toevallig had een student net een geluidsopname van hem gemaakt in het Stellingwerfs. Ik heb die opname snel opgevraagd en goed bewaard. In zijn woorden wil ik nog wel even wonen.
In september vertel ik u een tweede verhaal over een groep mensen die hun taal dreigde te verliezen. Maar ik ben ook benieuwd naar uw verhaal: Wat betekent uw taal voor u?
Reageer ook!
.