Geschikt voor kinderen van ongeveer 2-12 jaar
Steeds meer zaken worden gedigitaliseerd. Zo bestaan er tegenwoordig ook digiboeken. Dat zijn teksten (meestal met plaatjes) die je in een boek zou kunnen vinden, maar dan op de computer. Digitale boeken dus. Alhoewel een echt boek waar je lekker in kunt bladeren zijn charme heeft, is het in dit digitale tijdperk ook geen slecht idee om digiboeken te gebruiken. Die kan je namelijk compleet aanpassen aan je eigen wensen! In deze tip lees je hoe je zelf digitale plaatjeswoordenboeken en prentenboeken kan maken.
Tip voor ouders en leerkrachten
Je kan plaatjeswoordenboeken op papier maken, maar natuurlijk ook in digitale vorm. Je doet dit door plaatjes met de bijbehorende woorden in een Powerpoint-presentatie te verwerken. De plaatjes kan je op internet zoeken, maar je kan (samen met je kind of een groepje kinderen in de klas) ook zelf foto’s maken en die op de computer zetten. Het aardige van deze vorm is dat je er ook geschreven en gesproken woorden aan toe kunt voegen in elke taal die je maar wilt, zodat er in een meertalig digiboek gekeken, gelezen en geluisterd kan worden.
Ligt bij plaatjeswoordenboeken nog erg de nadruk op losse woorden, het kan natuurlijk ook in een verhaalvorm. Daarvoor kan je bestaande prentenboeken gebruiken, plaatjes inscannen en voorzien van tekst in de gewenste taal of talen. Maar je kan natuurlijk ook samen zelf een digitaal prentenboek maken! Hiervoor zoek je mooie afbeeldingen op internet of maakt je zelf foto’s. Verwerk ze in een Powerpoint-presentatie en verzin er een verhaal bij. Het leukste is natuurlijk om dat samen te doen.
Benodigdheden
Om deze tip uit te voeren moet je beschikking hebben tot een computerprogramma waarmee je presentaties kunt maken (bijvoorbeeld Powerpoint). Daarnaast heb je een internetverbinding of een fototoestel nodig.
Variatiemogelijkheden
Deze tip kunnen leerkrachten van de onderbouw ook gebruiken in woordenschatlessen, maar ook in computerlessen, rond een thema in een vakles of projectweek. Kinderen maken dan rond een thema of verhaal foto’s en kunnen daarbij meertalige teksten inspreken of typen. Wellicht kunnen leerlingen van de bovenbouw hun computervaardigheden gebruiken om de jongere kinderen te helpen.
Denk ook eens aan een digiboek als moderne presentatie van tekeningen rond bijvoorbeeld een voorgelezen verhaal. Zo ontstaat een tekenfilm van de hele klas, dat het ook vast goed doet op de ouderavond! De meertaligheid van de klas geeft het hele idee dan nog iets extra’s. Want wat is leuker dan dat de tsaar uit het sprookje ook echt Russisch spreekt, zijn tuinman Drents en op het feest echt alle talen te horen zijn!
Hier vind je elke week een nieuwe tip voor het stimuleren van de thuistaal, voor ouders en docenten. Deze leuke & praktische tips zijn gemaakt door studenten bij de Wetenschapswinkel Taal, cultuur en communicatie van de Rijksuniversiteit Groningen.
Reageer ook!