Praktische betekenis meertalig

 

Bart is geboren en opgegroeid in Nederland. Thuis en op school heeft hij altijd alleen Nederlands gesproken. Op school heeft hij ook Frans geleerd. Daarmee kan hij zichzelf voorstellen, eten bestellen en een hotelkamer reserveren. Maar het 
Franse journaal volgen of een sollicitatiebrief schrijven is te moeilijk voor hem.

Is Bart meertalig? Nee, volgens veel taalkundigen niet. Volgens hen ben je pas écht meertalig als je twee of meer talen even goed kent. Je moet ze perfect kunnen spreken, verstaan, lezen en   schrijven. Maar wat is perfect?

Niemand kan een taal perfect beheersen. Dat zou betekenen dat je nooit een foutje maakt. En dat je alle woorden uit het woordenboek kent. Dat is voor één taal al onmogelijk, laat staan voor meerdere talen. Je kunt daarom beter kijken naar hoe je taal gebruikt.

 

 

 

 

 

 

 

Yuan is in Nederland geboren, maar zijn ouders komen uit China. Het Chinees is zijn eerste taal, dat spreekt hij thuis met zijn familie. Zijn tweede taal is Nederlands. Dat gebruikt hij op zijn werk in het ziekenhuis.

 

Yuan heeft beide talen nodig in het dagelijks leven. Als hij alleen Chinees of alleen Nederlands zou spreken, zou hij zich niet kunnen redden. Beide talen horen echt bij hem: Yuan is meertalig.

Bart is volgens deze redenering niet meertalig. Zijn eerste taal is Nederlands. Die taal hoort bij hem, hij gebruikt het dagelijks thuis en op zijn werk. Het Frans is een vreemde taal die hij de meeste dagen van het jaar helemaal niet nodig heeft.

 

 

 

\

PRAKTISCHE DEFINITIE:

Je bent dus meertalig als je meer dan één taal nodig hebt om te kunnen functioneren in je dagelijks leven.

VEELGESTELDE VRAAG
Hoeveel talen kan een kind eigenlijk leren? Is drie talen te veel? 

ANTWOORD
Drie talen is niet te veel. Een kind kan zelfs vier of vijf talen leren. Daar raakt hij niet van in de war.

Tom woont in Luxemburg. Zijn ouders zijn allebei niet in Luxemburg geboren. Daarom spreekt zijn moeder thuis Italiaans met hem, en zijn vader Nederlands. Op de kleuterschool leert Tom de Luxemburgse taal. Daarna leert hij in de eerste klas Duits praten, lezen en schrijven. In de twee klas Frans.

Omdat Tom al die talen echt nodig heeft, zal hij ze allemaal leren verstaan en spreken. Hoe meer hij een bepaalde taal hoort, hoe beter hij die taal zal leren. Maar Toms ouders moeten geen te hoge verwachtingen hebben van Tom. Hij zal niet alles perfect leren in al die vijf talen. Hij zal bijvoorbeeld in het Italiaans vooral woorden leren die te maken hebben met thuis (met eten, aankleden, spelen enzovoorts). In het Frans zal hij vooral woorden leren die te maken hebben met school. En hij zal in het Luxemburgs, Italiaans en Nederlands niet perfect leren schrijven. Dat is gewoon wat te veel gevraagd.