Wat een plaatje!

Geschikt voor jonge kinderen

Veel ouders willen graag dat hun kind een goede taalvaardigheid heeft in zowel het Nederlands als in de thuistaal. In een plaatjeswoordenboek is ruimte voor alle talen die er in de omgeving van het kind gesproken worden. Wil je jouw kind graag spelenderwijs met taal laten oefenen, dan is het maken van een plaatjeswoordenboek een goed idee!

Tip voor ouders

Samen met je kind gaat je in tijdschriften, kranten, folders of op internet op zoek naar plaatjes. De uitgeknipte plaatjes kunnen bijvoorbeeld gesorteerd worden op thema en krijgen zo hun plek in een plakboek. Bij elk plaatje komt het bijbehorende woord te staan. Dit kan alleen in de thuistaal zijn, maar het is ook mogelijk om de woorden in zowel de thuistaal als het Nederlands bij de plaatjes te schrijven. Elke taal zou dan bijvoorbeeld zijn eigen kleur kunnen krijgen.

Het gebruik van het boekje is heel eenvoudig. Benoem samen met uw kind de voorwerpen. Stel je kind vragen, het liefst in hele zinnen: Welk dier is dit? Wat vind jij het mooist? Waar staat jouw bed? Dit geldt voor beide ouders. Indien elke ouder een andere moedertaal heeft, zullen zij in hun eerste taal met het kind spreken. Op deze manier leert het kind twee talen op dezelfde manier. Het is het beste om niet tegelijkertijd of achter elkaar in de twee talen te oefenen, om te voorkomen dat de talen door elkaar worden gehaald. Zorg vooral dat jij en je kind plezier hebben in het bezig zijn met het boek en zet er geen druk achter. Op die manier zal je merken hoe snel jullie samen vooruitgang boeken.

Benodigdheden

Voor de plaatjes heb je tijdschriften, kranten en folders of internet en een printer nodig. De geselecteerde plaatjes kan je in een kant-en-klaar plakboek plakken. Ook kan je ze op lege A4’tjes plakken en die later tot boekwerkje samenvoegen in bijvoorbeeld een snelhechter of een ringbandmap. Het voordeel hiervan is dat je heel gemakkelijk nieuwe bladen kan toevoegen.

Variatiemogelijkheden

Het is ook mogelijk de kant-en-klare plaatjes te vervangen door tekeningen van de kinderen zelf. Dit maakt het geheel nog net een stukje persoonlijker.

Een andere manier om het plaatjeswoordenboek te gebruiken is door in plaats van vragen te stellen er een spelletje mee te spelen. Denk aan ‘Ik zie ik zie wat jij niet ziet’ of ‘Ik ga op reis en neem mee’.

Tip gebaseerd op het idee van Lotte Tabor

Hier vind je elke week een nieuwe tip voor het stimuleren van de thuistaal, voor ouders en docenten. Deze leuke & praktische tips zijn gemaakt door studenten bij de Wetenschapswinkel Taal, cultuur en communicatie van de Rijksuniversiteit Groningen.

Reageer ook!