Speel spelletjes in je thuistaal

Tip voor ouders

Als een kind zijn eerste taal goed kent, leert het gemakkelijker een tweede taal. Meertaligheid wordt echter niet zomaar vanzelf een succes. Bijna alle ouders die meertalig opvoeden lopen wel eens tegen het volgende probleem aan: hun kind heeft ineens helemaal geen zin meer om de thuistaal nog te spreken. Zo’n ‘geen-zin-periode’ ontstaat doordat kinderen het liefst dezelfde taal spreken als de meeste mensen in hun omgeving doen. Ook vinden ze die zogeheten omgevingstaal vaak stoerder en interessanter dan de thuistaal. Als kinderen eenmaal naar school gaan, vinden ze de omgevingstaal bovendien steeds makkelijker worden in vergelijking met de thuistaal (die ze minder horen).

Het is dus helemaal niet gek als je kind minder zin krijgt om de thuistaal nog te praten. Het heeft dan ook weinig nut om boos te worden. Daardoor krijgt het kind immers heus niet meer zin in de thuistaal. Gelukkig gaat een geen-zin-periode meestal ook weer over. Meer informatie over geen-zin-periodes kan je hier op onze site vinden.

Verder is het heel belangrijk dat ouders zelf niet stoppen met het spreken van de thuistaal. Anders kan de thuistaal echt verloren raken. En dat is ontzettend jammer voor het hele gezin. Want het goede nieuws is: na de puberteit willen kinderen vaak heel graag de thuistaal weer (leren) spreken. Ze ontdekken dan dat de thuistaal bij hun roots hoort en belangrijk is voor hun identiteit.

Om je kind te blijven stimuleren in het spreken van de thuistaal, is het belangrijk om het gebruik ervan zo leuk mogelijk te houden. Dan komt de motivatie vanzelf weer een keer terug. En de allerleukste manier is natuurlijk het spelen van spelletjes. Doe dit in je eigen taal en het leren gaat vanzelf!

Spelletjes

Hieronder staan een paar voorbeelden van spelletjes die je met je kind kan spelen:

  • Speel ‘wat is het verschil?’ Iedere speler vraagt aan de anderen wat het verschil is tussen twee dingen. Zoals tussen twee voorwerpen: een trein en een vliegtuig. Je kan het ook creatiever maken: wat is bijvoorbeeld het verschil tussen Barbapapa en een Smurf? Gebruik je fantasie!
  • Maak een ‘raadseldoos’ met gaten erin waar de handen doorheen passen. Doe er verschillende voorwerpen in en sluit de doos. Laat je kinderen raden wat de voorwerpen zijn door alleen hun handen te gebruiken. Je kan je kinderen vragen eerst de voorwerpen aan je te beschrijven door bijvoeglijk naamwoorden te gebruiken: zacht, hard, rond, harig etc.
  • Speel het fluisterspel (ook wel bekend als het Chinese fluisterspel). Dit werkt het beste met meerdere spelers in een kring. De persoon die begint bedenkt een woord of boodschap en fluistert deze in het oor van degene ernaast. Zo wordt de boodschap al fluisterend doorgegeven. Zorg dat de andere spelers het niet kunnen verstaan! De laatste in de kring spreekt het hardop uit. Deze versie is meestal heel anders dan de eerste…
  • Het flitskaart raadspel. Eén persoon heeft een flitskaart en de anderen proberen te raden wat erop staat door vragen te stellen. De vragen moeten te beantwoorden zijn met ja, nee, of min of meer. Degene die het raadt heeft gewonnen! Een iets moeilijkere versie van dit spel is ‘het 20 vragenspel’. Hierbij neemt iemand iets in gedachten, denk bijvoorbeeld aan een voorwerp of een dier. De anderen proberen aan de hand van 20 vragen erachter te komen wat het is. Meer uitleg over flitskaarten en leuke voorbeelden vind je bijvoorbeeld hier. Of maak je eigen kaarten op deze website.
  • ‘Raar eten restaurant’. Speel een spel waarbij je een restaurant hebt en het origineelste menu ooit moet bedenken. Moedig je kinderen aan om vreemde combinaties te bedenken, zoals aardbeienerwtensoep, of knoflookperzikijs. Hartstikke vies , maar gegarandeerd succes bij de kinderen! Je kan het nóg leuker maken door de restaurant- scène na te spelen.

Het idee is wederom: leren door middel van spel is het leukst en werkt daarom ook het best. Probeer het en je merkt het vanzelf!

Deze taaltip is gebaseerd op ‘Be bilingual. Practical Ideas for Mulitlingual Families’ een boek van Annika Bourgogne. Meer informatie vind je op www.be-bilingual.net. De blog die Annika schreef speciaal voor meertalig.nl, vind je hier.

Door: Brecht Jelsma, student Universiteit Utrecht