Gebruik prentenboeken zonder tekst

Geschikt voor kinderen van 2 tot 8 jaar

Prentenboeken zonder tekst zijn door iedereen in elke taal “voor te lezen” en stimuleren op natuurlijke wijze de interactie tussen voorlezer/verteller en kind. Doordat er geen tekst in de boekjes staat en het verhaal in tekeningen wordt verteld, is het voor ouders makkelijk om er in hun eigen taal een verhaaltje bij te bedenken. Zelfs als ouders niet kunnen lezen in hun moedertaal. Het is vaak niet gemakkelijk om in Nederland boekjes te vinden in verschillende minderheidstalen. Daarom zijn boekjes zonder tekst ideaal voor veeltalige klassen.


Tip voor ouders en leerkrachten

Deze boekjes kunnen een prominente rol krijgen in de voorleeshoek bij het brengen van kinderen, maar de boekjes kunnen ook uit logeren gaan. Doordat juf, en ouders van hetzelfde boekje gebruik maken en toch in een andere taal een verhaal vertellen, krijgen de talen de kans elkaar te versterken. Zo’n prentenboek geeft de ouders de gelegenheid voorwerpen en personen in het boek te benoemen in hun eigen taal. En als ze met de kinderen over het verhaal praten, zal dit ook de actieve woordenschat stimuleren. Bovendien versterkt het vertellen in alle talen het taalbewustzijn van alle kinderen in de klas. De kinderen zien dat je op veel verschillende manieren hetzelfde verhaal kunt vertellen en dat ouders en kinderen ook aan specifieke talen verbonden zijn.

Leuke voorbeelden:

  • Thé Tjong-Khing, Waar is de taart?, Lannoo, 2004, Woutertje Pieterse Prijs 2005. Een geweldig aansprekend boek met meerdere verhaallijnen die ieder afzonderlijk te volgen zijn. Het gaat over twee muisjes die een taart stelen en de wilde achtervolging daarna, maar er zijn veel meer verhalen te ontdekken. Daardoor kan dit boek vele keren gelezen worden. Er is ook een vervolg: Picknick met taart (2005).
  • Juliëtte de Wit, Waar gaat Ollie naartoe? , Lannoo, 2005, 3+, Leespluim mei 2006 – Over de verjaardag van vader en een fietstocht naar zee. De prenten bevatten talloze typisch Nederlandse details en zijn gemaakt in warme sprekende kleuren. De vader is bruin, de moeder wit, het meisje en haar kleine broertje getint. De vanzelfsprekendheid van deze interculturele laag is precies zoals het zou moeten: zonder nadrukkelijk op dit gegeven ingaan maar verweven in het verhaal. Een verhaal dat warmte, geborgenheid en liefde uitstraalt.
  • Patrick McDonnell, Waar is het zuiden? , Lannoo, 2005, 3+. Een vogeltje mist in de herfst het vertrek naar het zuiden, maar krijgt hulp uit onverwachte hoek, van een kat!
  • Ingrid & Dieter Schubert, Monkie , Lemniscaat, 1986, 3+, Gouden Penseel, 1987. Klassieker over het verliezen van een knuffel en wat er daarna allemaal met deze knuffelaap gebeurt. Nodigt uit tot gesprekken en verhalen.
  • Katy Couprie, Antonin Louchard, In het museum. Ik zie, ik zie wat jij niet ziet , Lannoo, 2006, 6+. Ook voor oudere kinderen en over ingewikkelder onderwerpen zijn er boekjes zonder tekst.

Tip gebaseerd op het idee van Fleur Snelder

Deze leuke & praktische tips zijn gemaakt door studenten bij de Wetenschapswinkel Taal, cultuur en communicatie

van de Rijksuniversiteit Groningen.  .

De 5 Wetenschapswinkels van de Rijksuniversiteit Groningen proberen een brug te slaan tussen maatschappij en wetenschap. Iedereen kan er terecht met zijn/haar maatschappelijke vragen. De wetenschapswinkel geeft advies of probeert gezamenlijk een student-onderzoek te starten. De wetenschapswinkel Taal, Cultuur en Communicatie heeft o.a. een aantal onderzoeksprojecten uitgevoerd op het gebied van meertaligheid. In het kennisdossier meertaligheid vindt u meer informatie en gratis te downloaden rapporten en artikelen.

Reageer ook!