Leyla en Burak zijn allebei in Nederland geboren. Maar hun ouders komen uit Turkije. Daarom zijn ze opgevoed in het Turks. Die taal spreken ze nog steeds met hun familie. Ze hebben twee kinderen, Umut en Ömer. Met hun zoons spreken ze Turks en Nederlands door elkaar. Dat gaat eigenlijk vanzelf.
Ouders die zelf meertalig zijn opgegroeid, mixen vaak twee talen door elkaar. Codewisseling heet dat. Het is nooit bewezen dat kinderen in de war raken van codewisseling: zie één ouder één taal. Taalwetenschappers weten eigenlijk niet zo goed, hoe kinderen leren om hun talen uit elkaar te houden, als hun ouders de talen mixen. Hier is meer onderzoek naar nodig. Het is goed als ouders die zelf tweetalig zijn, er goed op letten dat ze allebei de talen veel spreken. Het is ook heel goed om dingen te vertalen. Dus eerst zegt u iets in taal 1. En daarna herhaalt u het helemaal in taal 2.
VEELGESTELDE VRAAG
Waarom gebruiken meertalige mensen hun talen door elkaar (codewisseling)? Komt dat om dat ze geen enkele taal goed kennen?
ANTWOORD
Nee, codewisseling betekent niet dat mensen hun talen niet goed kennen. Integendeel: om twee (of meer) talen door elkaar te mixen binnen een zin, moet je de grammatica’s van die talen juist héél goed kennen. Alleen mensen die hun talen vloeiend spreken, kunnen dat. Waarom wisselen dan van taal binnen een gesprek?
- Omdat je met twee talen veel meer kunt zeggen dan met één. Het Engelse werkwoord ‘like’ bijvoorbeeld is uniek, het betekent niet precies hetzelfde als ‘leuk vinden’ of ‘houden van’. Als je woorden uit meer dan één taal gebruikt, kun je preciezer zeggen wat je bedoelt.
- Sommige woorden bestaan niet in de ene taal, en wel in de andere. Dat komt omdat een taal altijd bij een cultuur hoort. Daarom zeggen mensen ineens het woord ‘friettent’, ‘afspraak’ of ‘gezellig’midden in een Turkse zin.
- Je kunt je verhaal veel spannender maken door twee talen te mixen. Als je Berber praat, en je roept ineens in het Nederlands: “En weet je wat hij deed?” dan is iedereen weer wakker.
- Mensen doen van alles met woorden. Ze vertellen een verhaal, en geven dan een samenvatting. Of ze vertellen wat iemand anders heeft gezegd. Door van taal te wisselen, maak je extra duidelijk wat je doet met woorden. Bijvoorbeeld:
- Je vertelt je verhaal in taal A, en geeft een samenvatting in taal B.
- Je zegt in taal A: “En toen zei Lucia:…” En dan vertel je in taal B wat Lucia gezegd heeft.
- Mensen wisselen van taal om extra aardig te zijn tegen iemand anders. Of om juist niet aardig te zijn. Bijvoorbeeld:
- Marco vertelt zijn mening in taal A. Giorgio is het helemáál niet met Marco eens, en vertelt dat boos in taal B. Hij gebruikt dus expres een andere taal dan Marco. Sandra is het ook niet met Marco eens, maar wil geen ruzie. Daarom vertelt ze haar mening zachtjes in taal A.
- Pubers wisselen vaak van taal als ze brutaal zijn tegen hun ouders. Mehmets vader zegt in het Turks dat Mehmet zijn huiswerk moet maken. Mehmet roept brutaal in het Nederlands: “Echt niet.”