Vraag van de maand oktober 2013

Ik gebruik Japans tegen mijn kinderen en mijn man gebruikt Nederlands. Onderling spreken we Engels. Als ik iets in het Japans zeg, antwoorden de kinderen altijd in het Nederlands. Ze begrijpen het Japans wel. Het is altijd zo tot nu toe. 
We zijn tot nu toe drie maal op vakantie geweest in Japan. Toen oma uit Japan hier in Nederland op visite was, sprak de oudste wel Japans met haar, en probeerde voor zijn broertje te vertalen. 
Mijn eerste kind is 7 jaar oud en de tweede is 4 jaar. Ik spreek altijd in het Japans tegen hen vanaf hun geboorte. Is dit normaal?

Mvg,

Tomoko Stalpers

 

Beste Tomoko,

Ja, het is heel normaal dat ondanks je inspanningen je kind in het Nederlands blijft praten. Het is heel natuurlijk om een voorkeur te hebben voor één van de talen. Dit is meestal de taal van de omgeving waarin de kinderen opgroeien. Het is de taal die zij het meest horen: de taal van hun vrienden, juf, buren, televisie, etc. In het geval van jouw kinderen is dat het Nederlands. Sommige kinderen zullen ervoor kiezen om in hun sterkste taal te beantwoorden omdat zij zich in deze taal meer op hun gemak voelen of omdat ze het net te veel moeite vindt om in de andere taal te spreken, misschien omdat ze deze taal niet voldoende beheersen, of omdat dit simpelweg eenvoudiger is: mama spreekt toch ook Nederlands! Zo kunnen ze met minder inspanning zeggen wat ze willen. Dit laatste lijkt het geval van je oudste kind te zijn – als het noodzakelijk is, dus als oma op bezoek is, laat hij zien dat hij zich prima kan redden in het Japans, maar als hij zelf de keuze heeft kiest hij toch voor het Nederlands.

Je jongste zoontje lijkt echter hulp van zijn broer nodig te hebben om met oma te praten. Ook dit komt vaak voor: je hoort ouders vaak vertellen dat hun oudste kind beter de thuistaal – in jullie geval het Japans – beheersen dan hun broertjes of zusjes. Het oudste kind spreekt nou eenmaal de hele dag Nederlands, speelt met andere kinderen grotendeels in het Nederlands, en dus zal ook vaak de voorkeur hebben om deze taal te spreken met zijn of haar broertjes of zusjes. Zo krijgt dan je jongste zoontje meer Nederlands te horen dan je oudste dat deed. Onderzoek laat zien dat hoe vaak kinderen worden blootgesteld aan een taal tot op zekere hoogte bepaalt hoe snel ze deze taal onder de knie krijgen.

Wat jouw kinderen doen is dus helemaal normaal. Dit is hopelijk al een geruststelling. Maar we kunnen ons wel voorstellen dat je toch gefrustreerd raakt als jij de hele tijd in het Japans zit te praten en je alleen het Nederlands terug krijgt. Om ervoor te zorgen dat je kinderen gezien de omstandigheden toch zo goed mogelijk Japans leren zou je kunnen proberen om extra aandacht aan deze taal te besteden. Er zijn verschillende manieren om dit te doen. Zet bijvoorbeeld Dvd’s of tekenprogramma’s in het Japans op in plaats van het Nederlands. Als je bang bent dat ze dit niet leuk zullen vinden begin met een film of programma dat al bekend is vanuit het Nederlands. Als het kan, probeer regelematig met oma te Skype-en – dat zorgt voor meer taalaanbod in het Japans, versterkt het verband met Japan, en je maakt oma vast ook hier blij mee! Je zou ook kunnen proberen om andere Japanse gezinnen op te zoeken en samen typische Japanse feestjes te vieren – er zit wel een dikke kans in dat de kinderen toch onderling Nederlands zullen gaan praten maar zo leren ze wel van alles over Japanse cultuur en gewoontes en – wat ook belangrijk is – zien ze dat er ook andere kinderen zijn met dezelfde achtergrond. 

Zoals gezegd is het heel normaal dat kinderen vaardiger zijn in een taal dan in een andere taal. Perfect gebalanceerde tweetaligen bestaan niet! Wat erg belangrijk is is dat – zelfs als je kinderen in het Nederlands antwoorden en onderling Nederlands praten – je zelf het Japans blijft spreken. Want zo zorg je ervoor dat zij in ieder geval de taal begrijpen. In de workshops die wij geven over tweetalig opvoeden zeggen we vaak tegen ouders dat tweetalig opvoeden net zo veel om de verwachtingen van de ouders gaat als om de taalontwikkeling van het kind. Jouw kinderen horen nu eenmaal veel meer Nederlands dan Japans, ze wonen in Nederland en gaan waarschijnlijk met veel Nederlandstalige kinderen om. Misschien kun je dus – hoe frustrerend dan ook – niet verwachten dat zij veel in het Japans zullen zeggen. Dit betekent niet dat je het tweetalig opvoeden zou moet opgeven – integendeel: kinderen die twee talen goed begrijpen zijn ook tweetalig!

We wensen je heel veel succes met het (tweetalige) opvoeden van je kinderen.

Met vriendelijke groet,

Ivana Brasileiro
Manuela Pinto
Sharon Unsworth

Taalwetenschappers aan de Universiteit Utrecht en trotse moeders van tweetalige kinderen
Zie ook:

www.growingupbilingual.org

www.tweetaligopgroeien.org

 

Reageer ook! 

{fcomment id=134}