Neem het op voor je eigen taal

Tip voor ouders 

Als je kind in Nederland woont, is het natuurlijk heel belangrijk dat hij of zij goed Nederlands spreekt. Om die reden vermijden ouders soms de thuistaal te spreken in het bijzijn van hun kinderen, in de veronderstelling dat ze hun kinderen daarmee helpen met het leren van Nederlands. Maar dit is contraproductief: het gebruiken van de moedertaal ondersteunt juist het leren van het Nederlands. Begrippen en concepten die in de moedertaal zijn geleerd, vormen een stevige basis. Die basis vergemakkelijkt het verwerven van dezelfde begrippen in het Nederlands.

Wie zijn kinderen meertalig opvoedt, doet er dan ook goed aan hen te steunen bij het ontwikkelen en in stand houden van de thuistaal. Zorg dat ze trots zijn en blijven op hun meertaligheid! Dat gaat het gemakkelijkst als ook het kinderdagverblijf, de peuterspeelzaal of school van je kind hierin met de ouders samenwerken. 

Vertaal

Bied aan om mee te helpen met het vertalen van belangrijke termen en begrippen, zinnen en uitdrukkingen die met school en het klaslokaal te maken hebben. Ook voor de peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf kan dit erg nuttig zijn. Want zeker voor jonge peuters en kleuters die nog sterk dominant zijn in hun thuistaal, is het fijn als de juf wat vertrouwde zinnetjes spreekt als zij voor het eerst binnenkomen in een volledig Nederlandstalige omgeving. Je kan denken aan eenvoudige zinnetjes als “mama komt straks terug”, “we gaan drinken?”, “moet je plassen?”  en “waar wil je spelen?” in verschillende thuistalen. Ook in klassen met oudere kinderen kan zo’n lijst met vertalingen in diverse thuistalen fijn zijn: bijvoorbeeld voor zij-instromers of Internationale Schakelklassen. Zo’n lijst geeft ook een positief signaal naar de klas: ieders taal mag er zijn!

Hieronder een voorbeeld van vertalingen van praktische termen die tijdens de dagelijkse gang van zaken in de klas kunnen worden gebruikt:

  • boek: libro (Italiaans), carte (Roemeens), knyga (Litouws).
  • lezen: leggere (Italiaans), citit (Roemeens), skaityti (Litouws).
  • spelen: giocare (Italiaans), joacă (Roemeens), žaisti (Litouws).
  • pauze: pausa (Italiaans), pauză (Roemeens), pauzė (Litouws).

Lees voor

Stel  een schoolbreed voorleesmoment voor. Een goed voorbeeld hiervan komt uit Duitsland: hier heeft een aantal scholen elke dag op dezelfde tijd een speciaal leesmoment van zo’n 20 minuten. In alle klassen op de hele school wordt dan een zelfgekozen tekst gelezen en iedereen doet mee: docenten, kinderen en ouders. De scholen zorgen ervoor dat ouders of oudere leerlingen in kleine groepjes bij elkaar komen. Zij lezen dan voor in de verschillende thuistalen aan de kinderen die dat prettig vinden.

Vertel en zing

Help mee activiteiten te ontplooien rond de eigen taal op school. Neem het op voor de eigen talen van kinderen op school. Probeer mee te doen waar je maar kan door in de eigen taal verhalen te vertellen of voor te lezen, liedjes te zingen, etc. Kijk of het voor je kind mogelijk is om een diploma of getuigschrift voor de vaardigheid in de eigen taal te halen. Kaart het aan op school als dat niet kan, misschien zijn er mogelijkheden om iets op te zetten, eventueel in samenwerking met andere ouders.

Deze taaltips zijn gebaseerd op de toolkits Meertaligheid, ontwikkeld in het kader van het LUCIDE project. Door: Brecht Jelsma, student Universiteit Utrecht