De belangrijkste kennis die we gebruiken bij het leren van een nieuwe taal is de kennis die we al hebben van vorige talen. Wie met meertalige kinderen werkt, doet er dan ook goed aan hen te overtuigen dat zij de kennis en ervaring in hun moedertaal kunnen gebruiken bij het leren van een nieuwe taal.
Kinderen worden helaas maar al te vaak beoordeeld op wat ze niet kunnen in het Nederlands, in plaats van op hun kracht als ervaren meertalige leerders. Deze kinderen hebben geen gelegenheid om te laten zien wat ze kunnen en waar ze goed in zijn. Dit heeft gevolgen voor hun gevoel van eigenwaarde en hun identiteitsontwikkeling en dat kan leiden tot desinteresse en spijbelen. Bovendien lijkt het dan alsof cognitief vermogen hetzelfde is als de mogelijkheid om zich op een bepaalde manier – namelijk in het Nederlands – uit te drukken.
Maar scholen die in staat zijn om kinderen met verschillende taalachtergronden te integreren en zich thuis te laten voelen kunnen ervoor zorgen dat leren voor álle kinderen een geweldige onderwijservaring is. Op deze manier leren alle kinderen wat tolerantie en wederzijds respect is en leren ze diversiteit te waarderen. Ook maken de kinderen kennis met een breed scala aan (thuis)talen die stuk voor stuk waardevol zijn. Dit verhoogt de motivatie om nieuwe talen te leren en de kinderen te helpen strategieën te ontwikkelen die het taalleren vergemakkelijken.
Tip voor docenten
Maak een meertalige woordenbank aan de hand van de thuistalen van de kinderen in je klas. Je kan de woordenbank indelen in verschillende onderwerpen die aansluiten bij het curriculum uit de lessen. Zo krijg je vanzelf een ordening per thema. Gebruik de bank in de les bij de introductie van elk nieuw onderwerp door woorden, zinnen, of uitdrukkingen te selecteren waarnaar je in de les verwijst. Hiermee stimuleer je het gebruik van de moedertaal en geef je meteen een positief signaal naar de klas.
Hoe te maken
Bij een woordenbank kan je concreet denken aan een databank van woorden en uitdrukkingen, ingedeeld per vak en per taal. In de praktijk kan dit letterlijk worden vertaald naar het opzetten van een database op de computer, bij voorkeur op een computer die toegankelijk is in de klas. Een andere mogelijkheid is het inrichten van een kaartenbakje met daarin verschillende kaartjes in verschillende kleuren, gesorteerd op vak en taal. Een concreet voorbeeld van woorden die aansluiten bij het vak aardrijkskunde, met als lesthema ‘vulkanen’ en de talen Spaans, Turks en Pools.
- lava: lava (Spaans), lav (Turks), lawa (Pools)
- vulkaan: volcán (Spaans), volkan (Turks), vulkan (Pools).
- uitbarsting: erupción (Spaans), patlama (Turks), wybuch (Pools)
- as: ceniza (Spaans), kül (Turks), oś (Pools).
Een meertalige woordenbank kan je opzetten met behulp van ouders en andere docenten. Vergeet niet dat je de klas hierbij ook kan betrekken: laat kinderen bijvoorbeeld een aantal woorden of uitdrukkingen bedenken bij de verschillende onderwerpen. Zo’n bank kan in de loop der jaren steeds verder worden uitgebreid.
Deze taaltips zijn gebaseerd op de toolkits Meertaligheid, ontwikkeld in het kader van het LUCIDE project.
Door: Brecht Jelsma, student Universiteit Utrecht